Unit werken

Op Basisschool Bösdael wordt gewerkt vanuit units. We kennen de unit 1-2, 3-4, 5-6 en 7-8. Elke unit bestaat uit meerdere basisgroepen. Deze groep vormt de thuisbasis voor elk kind. De basisgroep kent vaste leerkracht(en) en bestaat uit kinderen van verschillende leeftijden. De kinderen starten en eindigen hun schooldag in de eigen basisgroep.

Vanuit de basisgroep wordt er groepsoverstijgend gewerkt binnen de unit, waarbij kinderen instructies krijgen passend bij hun eigen onderwijsbehoefte. Dit geeft ons de mogelijkheid om meer onderwijs op maat te bieden.

In de unit zijn meerdere leerkrachten samen verantwoordelijk voor de kinderen en het onderwijs. Op deze manier wordt het mogelijk om meer te werken vanuit kwaliteiten en expertise van de verschillende leerkrachten. De leerkracht voert leergesprekken met individuele leerlingen en maakt ze op deze manier mede-eigenaar van het leerproces. Er is veel ruimte en tijd om te bewegen om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren.

Unit 1-2

In leerjaar 1 en 2 leren en spelen leerlingen tussen de 4 en 7 jaar van én met elkaar.

De activiteiten worden verzorgd rondom een thema, dat de basis vormt voor ons aanbod. Hierin spelen een aantal activiteiten een centrale rol: spelen in hoeken, spelen in de speelzaal of buiten, grote en kleine kringen, werklessen. Alle vak vormingsgebieden komen in thema’s aan de orde: sociaal-emotionele ontwikkeling, voorbereidend taal en rekenen, spel, creatieve vorming en wereldoriëntatie.


Unit 3-8

Iedere dag starten en eindigen de leerlingen in de basisgroep met een vaste leerkracht. De basisgroep bestaat uit kinderen van verschillende leeftijden. Gedurende de dag wordt er wisselend in de basisgroep of in leerjaar of in de unit gewerkt. In de bovenbouw wordt er ook nog bovenbouwbreed gewerkt. Dit is afhankelijk per vakgebied. 

Leerlingen werken aan taken die zoveel mogelijk zijn afgestemd op het kind qua kind kenmerken, niveau en manier van leren. Verwerking van leerstof vindt plaats middels werklessen, dagtaken, weektaken, spel en beweging en thematisch werken. Leerprocessen worden samen met kinderen gevolgd, persoonlijke kind gesprekken vormen hiervoor de basis.